In het kort
De wetgever heeft in de wet op het Primair Onderwijs (WPO), artikel 50 en 51, het recht van ouders vastgelegd om te kunnen kiezen voor levensbeschouwelijk vormingsonderwijs of godsdienstonderwijs. Deze lessen worden gegeven onder schooltijd en er zijn noch voor de ouders, noch voor de school extra kosten aan verbonden.
Omgaan met jezelf en je omgeving
In aansluiting op de humanistische uitgangspunten kent het HVO de volgende twee hoofddoelen:
- Sociale levenskunst: kinderen leren omgaan met zichzelf (emoties, waarden, zorgen) en met hun medemensen: familie, vriendjes en vriendinnetjes, klasgenootjes.
- Sociaal en ecologisch burgerschap: kinderen leren omgaan met het grotere geheel van de samenleving en de (natuurlijke) wereld om zich heen
Bij dit alles ontdekken kinderen spelenderwijs dat zij daarbij keuzes kunnen maken en leren zij verantwoordelijkheid te nemen voor hun keuzes. Het zelf leren ontdekken en ontwikkelen staat centraal, vandaar dat het vorming genoemd wordt, tegenover kennisoverdracht, dat bij de godsdienstvakken meer centraal staat.
"Ik kan niemand iets leren, ik kan ze alleen helpen nadenken"
(Socrates)
Sociale levenskunst
De docent laat zich inspireren door het humanistische gedachtegoed. Een belangrijk kenmerk daarvan is dat pluriformiteit en diversiteit erkend worden en bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van sociale betrokkenheid. Dit wordt ook wel het stimuleren van kritisch-democratisch burgerschap genoemd.
Daarnaast begeleidt de docent HVO leerlingen in het kritisch en creatief leren omgaan met zingevingsvragen en stimuleert hij hen tot zelfstandig oordelen en handelen. Daarbij heeft hij voor ogen dat leerlingen in staat zullen zijn zin en vorm te geven aan hun eigen leven en dat van anderen. Vanuit humanistisch perspectief noemen we dit sociale levenskunst.