Met een innerlijk kompas je eigen weg vinden
Onlangs las ik in de klas het boek Wat de weg mij vertelde van Cleo Wade. Het verhaal gaat over het leven als een weg die je bewandelt: soms recht, soms kronkelig, soms verwarrend. Onderweg kom je keuzes tegen, je kunt verdwalen of even stilstaan, en soms heb je hulp nodig om weer verder te gaan.
Toen ik dit boek voorlas aan groep 8, ontstond er een prachtig gesprek. De kinderen vroegen zich af: Wat is eigenlijk een levensweg? Welke weg kies ik? En wat bepaalt die weg? Het leidde ons naar een belangrijk inzicht: iedereen heeft een innerlijk kompas.
Dat innerlijke kompas helpt kinderen om hun eigen richting te vinden. Het wijst niet altijd meteen de kortste of makkelijkste weg, maar het helpt ze wel te ontdekken wat bij hen past. Voor de een is dat zorgen voor anderen, voor een ander opkomen voor vrijheid of gelijkheid, of juist de natuur beschermen.
Precies dát is waar Humanistisch Vormingsonderwijs (HVO) om draait. In de lessen oefenen kinderen om hun innerlijk kompas te leren gebruiken. Ze ontdekken wat voor hen belangrijk is, waar hun drijfveren liggen en hoe ze zich verhouden tot anderen en tot de samenleving.
HVO helpt kinderen om:
- te leren nadenken over hun keuzes,
- bewust stil te staan bij waarden die ze belangrijk vinden,
- hun eigen weg te vinden in het landschap van samenleven in Nederland.
Of, zoals ik het zelf zie: HVO is je innerlijk kompas leren gebruiken en daarmee je eigen weg leren kiezen. Een weg die niet door anderen wordt opgelegd, maar die je zelf ontdekt en vormgeeft.
Inge Uijt de boogaardt, HVO docent